Kort na ‘Dolle’ dinsdag 5 september 1944 besluit de Haarlemmer Gerardus Straathof (59) een dagboek bij te gaan houden. Net zoals veel andere Nederlanders is hij ervan overtuigd dat de geallieerde overwinning en de bevrijding van Nederland niet lang meer op zich kunnen laten wachten en hij wil van de verwachte historische gebeurtenissen een verslag bijhouden. Hij kan onmogelijk voorzien dat de bevrijding nog acht maanden op zich zal laten wachten en dat de volgende winter de zwaarste van de hele oorlog zal worden. Straathof blijft tot juni 1945 de lotgevallen van zijn gezin en andere betrokkenen vastleggen. Onomwonden beschrijft hij hoe de heel gewone, aan de Zijlweg woonachtige familie er dankzij inventiviteit, buitengewone inspanningen en ongekende saamhorigheid in slaagt ook de laatste, zware oorlogsmaanden door te komen. Dat zo’n uitgebreid, persoonlijk en typisch Haarlems document bewaard is gebleven is zeer waardevol. De tekeningen van de bevriende Karel Schrijen waarmee het dagboek werd geïllustreerd, maken ‘Men zegt…’ tot een unicum.
Om de in ‘Men zegt…’ beschreven situatie in een historische context te plaatsen, wordt het dagboek voorafgegaan door een ‘Beknopte geschiedenis van Haarlem in de Tweede Wereldoorlog’. Dit overzicht van belangrijke en opmerkelijke lokale gebeurtenissen tijdens de jaren 1940-1945 is geïllustreerd met tientallen, soms nog niet eerder gepubliceerde foto’s en afbeeldingen. De Haarlemse burgemeester Jos Wienen schreef het voorwoord van dit boek.