De beroemde 16de-eeuwse kunstenaar, schrijver en stadsgenoot Karel van Mander noemde
Geertgen tot Sint Jans destijds al de belangrijkste Hollandse schilder van de 15de eeuw. Toch geniet
deze virtuoze kunstenaar en grondlegger van de schilderkunst in de Noordelijke Nederlanden nauwelijks
de bekendheid of roem die hem zonder meer toekomt.
Dit boek is de eerste uitgebreide monografie over deze Haarlemse laatgotische, sensatie die
sinds 1942 verschijnt en vult daarmee voor liefhebbers van oude kunst een belangrijk hiaat op.
De laatste stand van wetenschap is door de auteur zoveel mogelijk opgenomen en aanvullend onderzoek
heeft tot enkele nieuwe inzichten geleid. Zoals het feit dat vóór de veelgeroemde culturele bloeiperiode
eind 16de en begin 17de eeuw, laat in de 15de eeuw in cultureel opzicht ook al sprake was van een
opgaande fase. Het Haarlem van Geertgen tot Sint Jans blonk namelijk uit op het gebied van de
(miniatuur)schilderkunst. En al eerder die eeuw bezorgden de beeldhouwkunst van de Haarlemmers
Claus Sluter en Claes van de Werve, de miniaturen van Spierinc en de Meester van de Haarlemse Bijbel
én de geïllustreerde boeken van drukker en uitgever Jacob Bellaert de stad internationaal aanzien.
Geertgen tot Sint Jans – Het mirakel van Haarlem beoogt echter vooral
de bekendheid van Geertgen uit te breiden naar een groter en breed geïnteresseerd publiek.
De kunstenaar én zijn werk verdienen die aandacht.